Kaakbot


« Terug naar het overzicht

Na het inbrengen van de implantaten

Na plaatsen van de implantaten kan het tandvlees ter plaatse pijnlijk en gezwollen zijn. Daarvoor krijgt u zonodig een pijnstillend middel voorgeschreven. Ook is het verstandig gedurende één of twee weken na het aanbrengen van implantaten uw voeding aan te passen. Uw behandelaar kan u daarbij adviseren.

De eerste maanden na plaatsen mag u de implantaten niet te zwaar belasten. Een tijdelijk geplaatste voorziening waarborgt de kauwfunctie en de esthetiek zoveel mogelijk. Twee tot zes maanden na het inbrengen zitten de implantaten stevig in het bot vastgegroeid en kan de tandarts of een tandprotheticus (in geval van een overkappinsprothese) hierop de kroon, de brug of de prothese maken. Hij neemt daarvoor onder plaatselijke verdoving soms eerst een klein stukje van het tandvlees boven het implantaat weg.

Waardoor ontstaat ontstoken tandweefsel?

Door tandbederf of door een lekkende vulling kan uw tandweefsel ontstoken raken. Een harde klap op uw tand kan ook een aanleiding zijn. Bacteriën zijn meestal de veroorzakers van de ontsteking. Voelen uw tanden of kiezen gevoelig aan bij het drinken van koude of warme dranken? Dat kan een eerste signaal zijn. Soms geeft de ontsteking geen klachten, maar ook hevige pijnklachten komen voor. Uw tandarts moet het ontstoken tandweefsel verwijderen, anders zal het afsterven. Wanneer het tandweefsel niet wordt verwijderd, kan de ontsteking zich naar uw kaakbot uitbreiden. Hierdoor kan kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren gaan. Uiteindelijk kan zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan of zelfs uitvallen. U merkt een kaakbotontsteking bij het dichtbijten. Uw tand of kies kan dan te hoog aanvoelen.

Verliezen van tanden en kiezen

Bij een ontsteking neemt normaal gesproken het aantal bloedvaten in het tandvlees toe en worden ze wijder. Het tandvlees krijgt een rode kleur, zwelt het op en bloedt makkelijk als u uw tanden poetst of eet. Bij rokers gebeurt dat nauwelijks. Daarom wordt de ontsteking bij hen makkelijk over het hoofd gezien. Daardoor kan die zich vrijwel ongemerkt uitbreiden en zelfs het kaakbot aantasten. Roken zorgt er dus voor dat de tandvleesontsteking minder snel geneest en het kaakbot verder slinkt. Rokers hebben daarom een grotere kans hun tanden en kiezen te verliezen dan niet-rokers.

Wanneer is een behandeling met implantaten mogelijk?

In principe kan bij iedereen met volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer achttien jaar) een implantaat worden geplaatst. Voor een succesvolle behandeling moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen:

  • Er moet voldoende kaakbot in hoogte én in breedte zijn.

  • Het kaakbot moet gezond zijn.

  • Ook het tandvlees van de resterende tanden moet gezond zijn. Is dat niet het geval dan moet dat eerst worden behandeld.

  • De aangebrachte voorzieningen moeten goed worden onderhouden.

Roken en bovenmatig alcoholgebruik hebben een nadelige invloed op het succes van de implantaten.

De behandelaar beoordeelt aan de hand van röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft en of het kaakbot geschikt is om te implanteren. Soms is het nodig nieuw kaakbot te maken op plaatsen waar onvoldoende bot is.


« Terug naar het overzicht